Beleggen in hout

Beleggingen in hout bieden beleggers de mogelijkheid om milieubewust te beleggen. Snelle verdiensten lijken niet mogelijk, toch biedt hout prima rendementen, maar dan vooral voor beleggers met een verre horizon. Fondsen zoals Global Green, Terra Vitalis en Tropical Resources, Eco-forest verzorgen deze dienstverlening. Teakhout, timberland en bamboe zijn de meeste voorkomende houtsoorten. De fondsen zijn uiteraard wel conjunctuur gevoelig. Aan de andere kant is rendement verzekerd. Zo groeit een gemiddelde boom in de VS met 8 à 10 procent per jaar en in Nieuw-Zeelandse vaak met 12 à 16 procent per jaar.

Beleggingsfonds

Een instelling die geld voor u belegt in aandelen of andere zaken. Voordelen voor de deelnemer zijn een relatief lage minimum inleg en het profiteren van risicospreiding en beleggingsexpertise.

Beleggingsmaatschappij

Dit is eigenlijk identiek aan een beleggingsfonds, alleen is een maatschappij hier een rechtspersoon (zoals een BV of NV).

Call-optie

Een call-optie geeft u het recht om in de toekomst een bepaald aandeel tegen een vaste prijs te kopen. U kunt van dit recht gebruikmaken vóór een bepaalde, vooraf afgesproken datum. Met een call-optie speculeert u op een koersstijging. U hoopt erop dat het aandeel straks meer waard is dan de prijs die u er nu voor afspreekt.

Derivaten

Derivaten zijn financïele afgeleide instrumenten. Dit betekent dat de waarde van een derivaat wordt bepaald door de waarde van een ander beleggingsobject. Een optie is een derivaat, omdat de waarde van een optie wordt afgeleid van het onderliggende aandeel. Vormen van derivaten zijn turbo's, futures, rente-swaps, warrants en FRA's (Forward Rate Agreement). Een ander onderscheid kan gemaakt worden naar de aard van de onderliggende waardepapieren: rentederivaten, geldmarktderivaten, aandelenderivaten, kredietderivaten, valutaderivaten, grondstoffenderivaten en zelfs weerderivaten.

Institutionele belegger

Een onderneming die zich beroepsmatig bezighoudt met het beleggen van geld van anderen. Vaak is het belegde vermogen enorm hoog. Voorbeelden zijn pensioenfondsen en beleggingsfondsen.

Put-optie

Een put-optie geeft u het recht om in de toekomst een bepaald aandeel tegen een vaste prijs te verkopen. U kunt van dit recht gebruikmaken vóór een bepaalde, vooraf afgesproken datum. Met een put-optie speculeert u op een koersdaling. U hoopt erop dat het aandeel straks minder waard is dan de prijs die u er nu voor afspreekt.

Real Estate Investment Trust (REIT)

Een Real Estate Investment Trust REIT is een collectieve investeringsvorm waarbij geïnvesteerd wordt in onroerende goederen en Real Estate met het oogmerk de collectieve belastingdruk te verminderen. De instellingen proberen via het eigendom en beheer van vastgoed zoals kantoren, winkelcentra, industriegebouwen en hotels een rendement te maken. REIT’s bieden een aantal voordelen ten opzichte van traditionele beleggingen in vastgoed, zoals een hogere liquiditeit en toegang tot een breder vastgoedpakket. Bovendien vereisen ze geen minimuminvestering. Hierdoor zijn ze zeer geschikt voor kleine particuliere investeerders en consumenten.

Sprinter

Een Sprinter (Certificaat) is een derivaat dat in Nederland ontwikkeld is door de ING en dat dezelfde werking heeft als de in 2004 door de ABN AMRO geïntroduceerd turbo. Een derivaat (financieel afgeleid instrument) ontleent zijn waarde aan een onderliggend beleggingsinstrument, zoals een aandeel, grondstof of obligatie. Hierdoor ontstaat een hefboomwerking die grote koerswinsten (schommelingen) mogelijk maakt. U betaalt slechts een deel van de onderliggende waarde, het restant wordt door de bank gefinancierd. Indien de onderliggende waarde onder een bepaald niveau zakt, stop-loss waarde, wordt de sprinter geliquideerd. De Sprinter is dan nog niet helemaal waardeloos geworden. De waarde van een sprinter kan niet negatief worden. Een hoger rendement is vanzelfsprekend gekoppeld aan een hoger risico. U kunt bijna uw hele investering verliezen. Een sprinter lijkt op een optie, maar kent geen einde looptijd, geen verwachtingswaarde en geen premie voor de volatiliteit.

Turbo (Certificaat)

Een Turbo (Certificaat) is een derivaat dat in Nederland ontwikkeld is door de ABN AMRO. Een derivaat (financieel afgeleid instrument) ontleent zijn waarde aan een onderliggend beleggingsinstrument, zoals een aandeel, index, valuta, grondstof of obligatie. Hierdoor ontstaat een hefboomwerking die grote koersschommelingen mogelijk maakt. U betaalt slechts een deel van de onderliggende waarde, het restant wordt door de bank gefinancierd, de zogenaamde financieringswaarde. Een hoger rendement is vanzelfsprekend gekoppeld aan een hoger risico. U kunt bijna uw hele investering verliezen. Indien de onderliggende waarde onder een bepaald niveau zakt, stop-loss waarde, wordt de Turbo geliquideerd. Een turbo lijkt op een optie, maar kent geen einde looptijd, de optie wordt als het ware immer "doorgerold". Wel moet een relatief hoge rente worden betaald over het financieringsniveau.Beleggen in de hoogste versnelling heet het bij de ABN AMRO. Alleen geschikt voor de ervaren belegger. M.a.w. beleggen met dit instrument is bijna speculeren. Een vergelijkbaar instrument is de speeder (Limited Speeders of Quanto speeders), deze worden uitgegeven door de Commerzbank, en de Sprinter van de ING-bank.

Voordeligste hypotheken

  1. Legal & General
  2. DBV Verzekeringen
  3. Florius
  4. De Hypotheker
  5. De Goudse
  6. Bank of Scotland
  7. Rabobank
  8. ING Bank
  9. Bouwfonds
  10. ABN AMRO

Goedkoopste leningen

  1. Rabobank
  2. ABN AMRO
  3. Postbank
  4. Frisia Financiering
  5. Lenen.nl
  6. Ohra

Hoogrendements beleggingen

  1. Ecodirect
  2. Robeco
  3. Booming China